Hoe arbeidsmigranten bijdragen aan technische vooruitgang

Slechts 22 procent van de technische bedrijven maakt actief gebruik van arbeidsmigranten. Terwijl zij het technicitekort juist kunnen verlichten, meent Dorien Hesseling, die als manager bij OTTO Work Force verantwoordelijk is voor de mensen die vanuit het buitenland naar Nederland komen om in de techniek te werken. ‘Met de hulp van internationaal talent versnellen we de technische vooruitgang.’ 

OTTO Work Force gelooft in circulariteit van kennis, vertelt Dorien. ‘Niet alleen in Nederland, maar wereldwijd lopen we tegen uitdagingen als de energietransitie aan. Wij willen er met elkaar voor zorgen dat de technische vooruitgang door kan gaan. Daarbij moeten we ons niet beperken tot de Nederlandse grenzen.’ Als marktleider in internationale arbeidsbemiddeling werft OTTO Work Force al jaren technisch personeel binnen én buiten Europa. ‘Kennisuitwisseling is daarbij belangrijk,’ zegt Dorien. ‘Internationale vakkrachten komen hier om kennis op te doen en nemen die later weer mee terug. Er is dus geen sprake van brain drain maar van brain gain.’  

Werkgevers volledig ontzorgen

Hoewel Dorien de kansen van het grote plaatje ziet, merkt ze dat werkgevers soms terughoudend zijn om internationale medewerkers aan te nemen. ‘Vooral in het begin vragen ze zich af: hoe zit het met de taal, met diploma’s, met legalisatie? De meeste bezwaren kunnen wij wegnemen, doordat wij werkgevers volledig ontzorgen. Van visumaanvraag tot huisvesting en van onboarding tot opleiding: wij nemen al het werk uit handen. Bovendien is Engels als voertaal voor veel functies voldoende en als het nodig is leren we technici de Nederlandse taal.’  

Wat werkgevers soms onderschatten, is de kracht van motivatie. Dorien: ‘Mensen komen niet zomaar naar Nederland. Ze doen dat omdat ze hier een leven willen opbouwen of omdat ze willen groeien binnen hun vakgebied. Internationale vakkrachten zijn enorm gedreven en loyale medewerkers. Uiteindelijk zien werkgevers dat ook in de praktijk. Of een diploma exact overeenkomt, is niet doorslaggevend. Motivatie en werkhouding tellen minstens zo zwaar. Eenmaal aan het werk vormen internationale medewerkers een structureel onderdeel van de personeelsoplossing.’  

Elkaars cultuur leren begrijpen 

Wat volgens Dorien het allerbelangrijkst is voor de onboarding, is openstaan voor elkaars cultuur. ‘Een goede werkrelatie begint bij begrip voor elkaar. Daarom bereiden wij internationale medewerkers voor op de Nederlandse werkcultuur. Hoe communiceer je? Hoe werkt de hiërarchie in de organisatie? Wat wordt er van je verwacht? Ook voor asielzoekers en statushouders, een andere doelgroep die we actief naar werk begeleiden, is dat belangrijk. Onze voorbereiding gaat veel verder dan BSN-nummers regelen.’  

Andersom traint OTTO Work Force ook de teams waarin de internationale medewerkers komen te werken. ‘Wij geven workshops culturele diversiteit,’ legt Dorien uit. ‘Stel, wij werven in Azië operators voor een Nederlandse werkgever. Die ondersteunen wij dan met een training over de Aziatische cultuur. Dat voorkomt misverstanden en schept vertrouwen.’ Ook na de onboarding blijft OTTO begeleiding bieden. ‘Wij evalueren regelmatig, bieden trainingen en hebben een 24/7 helpdesk.’  

Gelijkwaardigheid als succesfactor 

Wie openstaat voor internationaal talent heeft een zorg minder, vindt Dorien. ‘Internationale medewerkers vullen de arbeidstekorten op, zowel voor de lange als korte termijn. Ik ken veel voorbeelden van mensen die al jaren voor dezelfde werkgever werken en nu doorgegroeid zijn.’ Maar voor succes is een écht open blik cruciaal. ‘Behandel mensen gelijkwaardig,’ benadrukt Dorien. ‘Geef iedereen binnen de organisatie dezelfde kansen en doorgroeimogelijkheden.’ 

Heeft Dorien nog meer tips voor aantrekkelijk werkgeverschap? ‘Naast een gelijkwaardige behandeling en investeren in elkaars cultuur, gelden alle regels voor boeien en binden ook voor internationale medewerkers. Dus bied erkenning, waardering en perspectief in de vorm van opleidingen, doorgroeikansen of vaste aanstellingen. En ook niet onbelangrijk: werk samen met betrouwbare partners. Alleen zo houden we met elkaar de technische vooruitgang in beweging.’